Interne meerwaarden: mogelijke wijziging in belastingheffing vanaf 01/01/2017
In de laatste begrotingsgesprekken werd voorgesteld om de techniek van de interne meerwaarden anders te benaderen, waardoor deze niet langer volledig belastingvrij kan worden toegepast. Hier moet wel worden opgemerkt dat deze wijziging nog geen wet is, waardoor het onzeker is of de wijziging reeds vanaf 01/01/2017 zal ingaan.
Techniek van de interne meerwaarden - huidige regeling
U hebt in het verleden een vennootschap opgericht met een kapitaal van € 20.000, of u hebt voor dezelfde waarde aandelen van een bestaande vennootschap gekocht. Het gaat de vennootschap jaren voor de wind, en de waarde van de vennootschap stijgt naar bijvoorbeeld € 1.000.000.
Indien u op vandaag deze aandelen inbrengt in een nieuwe vennootschap – een ‘holding’ – dan bekomt deze holding een kapitaal van € 1.000.000.
Indien de dochtervennootschap vervolgens dividenden uitkeert aan de holding, dan kan dit onder bepaalde voorwaarden vrij van roerende voorheffing en zal dit minimaal worden belast in de holding. Indien u daarna zou overgaan tot een kapitaalvermindering in de holdingvennootschap, dan kan dit volledig belastingvrij worden uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Let wel: u moet voldoende zakelijke motieven hebben om uw aandelen in te brengen in een holding. Hebt u deze niet, dan kan u in de personenbelasting getaxeerd worden aan 33% op de meerwaarde (in ons voorbeeld het verschil tussen 1.000.000 en 20.000).
Bovendien mag het niet van op voorhand de bedoeling zijn om (super-) dividenden uit te keren aan de holding vrij van roerende voorheffing, om nadien een belastingvrije kapitaalvermindering door te voeren. De fiscus kan dan alsnog roerende voorheffing vorderen op deze kapitaalvermindering.
Mogelijke wijziging vanaf 01/01/2017
Voor inbrengen vanaf 01/01/2017 zouden de ingebrachte aandelen van de werkvennootschap in de holding slechts als werkelijk gestort kapitaal aanzien worden ten belope van de aanschaffingswaarde van de aandelen, zijnde de prijs die de aandeelhouder er destijds voor heeft betaald of de waarde ten belope van het aandeel van de aandelen in het gestorte kapitaal van de werkvennootschap. Het overschrijdend deel van de waarde zou aanzien worden als een belaste reserve, waardoor dit deel bij een latere kapitaalvermindering of vereffening zou worden onderworpen aan 30% (vanaf 01/01/2017) roerende voorheffing.
Met hetzelfde voorbeeld als hierboven, zou u dus nog steeds in de holding een boekhoudkundig kapitaal creëren van € 1.000.000.
Echter, fiscaal zal slechts € 20.000 als werkelijk gestort kapitaal beschouwd worden, en de resterende € 980.000 als een belaste reserve. Bij een latere kapitaalvermindering kan dan enkel het fiscaal werkelijk gestort kapitaal van € 20.000 belastingvrij uitgekeerd worden en zal er 30% roerende voorheffing verschuldigd zijn op de fiscaal belaste reserve van € 980.000.
Besluit
Deze nieuwe regeling zal zowat de grootste hervorming in de vennootschapsbelasting van de afgelopen 10 jaar zijn.
De oprichting van een holding is en blijft maatwerk, met mogelijkse grote fiscale gevolgen. Neem zeker contact op met uw dossierbeheerder indien u hier stappen in wenst te zetten.