Correcte aangifte onroerende voorheffing op materieel en outillage kan interessant zijn

Boekhouding & fiscaliteit

Sinds 1/1/1998 werd het KI op materieel en outillage (M&O) bevroren. Alle nieuwe investeringen in M&O zijn dus sinds 1998 vrijgesteld. Enkel investeringen in tweedehands-M&O zijn niet vrijgesteld. Daarom zagen sommige bedrijven niet altijd de noodzaak om de administratie op de hoogte te houden van nieuwe aanschaffingen in M&O. Sinds een aantal jaar echter kan een correcte aangifte van mutaties in M&O weldegelijk tot een belastingbesparing leiden.

Sinds 1/1/2009 mogen desinvesteringen immers afgetrokken worden van het ‘bevroren’ KI van 1/1/1998, onafhankelijk van de nieuwe investeringen sinds 1/1/1998.

Bijvoorbeeld:

  • Op 1/1/1998 had u een KI van 10.000 €
  • Sindsdien hebt u nog voor een KI van 8.000 € geïnvesteerd: u blijft dus maar belast op een KI van 10.000, ook al is uw totale KI in feite 18.000 €
  • Na 1/1/2008 (AJ 2009) hebt u ook voor een KI van 2.000 € gedesinvesteerd: u wordt nog slechts belast op 8.000 €



De verdere gunstige aanpassing is in voege sinds 2014: voor de periode 2014-2016 wordt de KI-drempel zowel verminderd met het KI van desinvesteringen als met het KI van de nieuwe investeringen (in nieuw M&O).

Nemen we hetzelfde voorbeeld als hierboven, maar u hebt bovendien recentelijk nog geïnvesteerd in nieuwe M&O voor een KI van 3.000 €, dan is uw belastbaar KI nog 5.000 € (8.000 € – 3.000 €). Deze laatste maatregel geeft dus in totaal 3 voordelen:

  • Nieuwe investeringen zijn sowieso vrijgesteld
  • Deze nieuwe investeringen mogen van het KI worden afgetrokken
  • Het oude M&O dat door de nieuwe investering wordt vervangen en verwijderd, doet eveneens het KI verder dalen



Mogelijks liggen dus gemakkelijke belastingbesparingen voor het rapen: bekijk eens in detail uw aangifte voor de onroerende voorheffing op M&O.

Nog even ter algemene info:

  • Het KI op M&O = aanschaffingswaarde x 30% x 5.3%
  • De gewestelijke basisheffing = 2.5% van het geïndexeerde KI
  • De provincies en de gemeenten heffen opcentiemen op deze basisheffing
  • Sinds 2005 moeten rechtspersonen geen gewestelijke onroerende voorheffing op M&O meer betalen. Dit wordt in de aanslag verrekend via een belastingkrediet. Opcentiemen van de provincie en de gemeenten blijven uiteraard wel.
  • M&O (machines, toestellen en andere installaties) zijn slechts belastbaar indien zij uit hun aard of door bestemming onroerend zijn geworden. Dit veronderstelt eveneens dat de eigenaar van het onroerend goed en de eigenaar van de M&O dezelfde persoon zijn.