Aangifteplicht betalingen naar belastingparadijzen
Vennootschappen zijn gehouden om jaarlijks aangifte te doen van alle betalingen die zij rechtstreeks of onrechtstreeks hebben gedaan aan personen die gevestigd zijn in een belastingparadijs. De aangifte is slechts verplicht wanneer de som van deze bedragen het minimum van
€ 100 000,00 bereikt. De aangifteplicht staat los van enige criminele feiten en betreft elke mogelijke betaling, waaronder de betaling van een factuur.
De Belgische administratie merkt onder belastingparadijs elk land aan dat ofwel op de Belgische lijst (art. 179 KB/WIB 92) staat, ofwel gedurende het volledige belastbaar tijdperk waarin de betaling heeft plaatsgevonden, op de OESO – lijst staat. Bijgevolg is een vennootschap slechts ontheven van de aangifteplicht wanneer het land in geen enkele lijst is opgenomen.
Luxemburg was het meest verrassende land dat tot op 30 oktober 2015 in de OESO – lijst was opgenomen. Vennootschappen met een boekjaar gelijklopend aan het kalenderjaar die in 2015 betalingen hebben gedaan aan personen (natuurlijke of rechtspersonen) die in Luxemburg zijn gevestigd, zijn bijgevolg ontheven van de aangifteplicht doordat Luxemburg niet voor het volledige belastbaar tijdperk op de OESO – lijst was opgenomen.
Vennootschappen met betalingen aan de Britse Maagdeneilanden zijn niet ontheven van de aangifteplicht; de Britse Maagdeneilanden werden op 30 oktober 2015 weliswaar van de OESO – lijst geschrapt, maar bleven opgenomen in de Belgische lijst van belastingparadijzen