Volledige BTW-aftrek voor actieve holdings
Op basis van het recente arrest Larentia & Minerva kan er gesproken worden van een kentering inzake het recht op aftrek van actieve holdings. Ten gevolge van het nieuwe Europees standpunt zal de Belgische btw- administratie de facto haar houding omtrent het recht op aftrek voor actieve holdings moeten bijstellen.
Huidige standpunt van de Belgische btw-administratie
Tot op heden werden actieve holdings, nl. de holdings die niet louter participaties aanhouden maar ook btw-belaste beheers of bestuurderstaken in dochterondernemingen uitoefenen, als gedeeltelijke btw-plichtigen aanzien wegens hun activiteit van het aanhouden van participaties. Dit is volgens de btw-administratie immers een activiteit die buiten het toepassingsgebied van btw viel en dus geen recht op aftrek genereerde. Het gevolg hiervan was dat actieve holdings slechts van een beperkt recht op aftrek konden genieten van de btw op kosten gemaakt voor het verwerven van hun participaties en hun algemene kosten.
Arrest Hof van Justitie
Het Hof van Justitie heeft op 16 juli 2015 echter anders beslist in het voordeel van de actieve holdings. Zij oordeelt dat een holding die btw-belaste beheerstaken uitoefent in haar dochterondernemingen (een zogenaamde actieve holding), een volledige btw-plichtige activiteit uitoefent. Vervolgens stelt zij dat de kosten die dergelijke holding maakt met het oog op de verwerving van deelnemingen in dochterondernemingen waarvan zij aan het beheer deelneemt, geacht worden deel uit te maken van haar algemene kosten. Omdat deze algemene kosten geacht worden rechtstreeks verband te houden met haar economische activiteit, is de btw volledig aftrekbaar. De grote nieuwigheid is met andere woorden dat dergelijke “actieve” holding in feite volledig als een btw-plichtige wordt beschouwd waar voorheen enkel maar sprake was van gedeeltelijke belastingplicht. Indien de “actieve” holdingvennootschap naast haar btw-belaste beheerstaken nog vrijgestelde prestaties verricht voor haar dochterondernemingen ( zoals onroerende verhuur), wordt zij beschouwd als een gemengde btw-plichtige die de btw op de algemene kosten maar gedeeltelijk in aftrek kan nemen (volgens de toepassing van het algemeen verhoudingsgetal of het werkelijk gebruik). Indien een holding in sommige dochterondernemingen deelneemt in het beheer en in andere dochterondernemingen niet, wordt zij echter opnieuw aangemerkt als gedeeltelijke btw-plichtige en kunnen de kosten met betrekking tot de verwerving van de participaties slechts voor een deel geacht worden onderdeel te zijn van haar algemene kosten, zodat enkel de btw die is voldaan over kosten die inherent zijn aan de economische activiteit kan worden afgetrokken.
Conclusie
Concreet betekent dit dat er inzake btw-aftrek van de kosten met betrekking tot het verwerven van deelnemingen voor holdingvennootschappen volgende situaties mogelijk zijn:
- Volledig actieve holding: 100 % recht op aftrek voor de kosten voor het verwerven van deelnemingen omdat deze kosten rechtstreeks in verband zijn met haar bestuurstaken (uitgezonderd indien zij ook vrijgestelde btw-handelingen zou stellen; gemengde btw-plichtige).
- Gecombineerde actieve/passieve holding: gedeeltelijk recht op aftrek voor de kosten voor het verwerven van deelnemingen. Het recht op aftrek zal moeten worden bepaald op basis van een verdeelsleutel.
- Passieve holding: geen recht op aftrek.