Vereenvoudiging van de regels van toepassing op uitverkoop

Boekhouding & fiscaliteit

Van een herschikking van de economische wetgeving bij wet van 21 december 2013 heeft de wetgever gebruik gemaakt om de regels van toepassing op een uitverkoop te vereenvoudigen. Deze nieuwe regeling is in werking getreden op 31 mei 2014.

De term “uitverkoop” mag enkel worden gebruikt in die gevallen die uitdrukkelijk in de wet zijn omschreven. Hier werd niets aan gewijzigd. Als opfrissing zetten we de situaties waarin u kan spreken van een uitverkoop nog eens op een rijtje.

  • Uitvoering van een rechterlijke beslissing;
  • De erfgenamen of rechtverkrijgenden van een overleden persoon die een onderneming uitbaatte bieden de verworven voorraad uit de onderneming geheel of gedeeltelijk te koop;
  • Een onderneming neemt de handel van een andere onderneming over en biedt de overgedragen voorraad geheel of gedeeltelijk te koop aan;
  • Een onderneming die haar activiteit stopzet, biedt haar gehele voorraad te koop aan en heeft tijdens de drie voorgaande jaren geen gelijkaardige goederen om dezelfde reden uitverkocht;
  • Een onderneming voert in de lokalen waar zij de goederen gewoonlijk te koop aanbiedt aan de consument, verbouwingen of opknapbeurten uit die meer dan 20 werkdagen duren, mits die werken de verkoop onmogelijk maken en de onderneming tijdens de drie voorafgaande jaren geen gelijkaardige goederen om dezelfde reden uitverkocht heeft;
  • Een onderneming brengt de inrichting waar zij de goederen gewoonlijk aan de consument te koop aanbiedt, over naar een andere plaats, of zij sluit haar inrichting, mits zij vóór de aanvang van de uitverkoop de inrichting reeds minstens een jaar zal hebben uitgebaat;
  • Een ramp bracht ernstige schade toe aan de gehele of een belangrijk gedeelte van de voorraad goederen van de onderneming;
  • Door overmacht wordt de activiteit van de onderneming aanzienlijk gehinderd;
  • De natuurlijke persoon die een onderneming uitbaat verzaakt aan elke beroepsactiviteit omwille van de opruststelling op voorwaarde evenwel dat hij in de loop van het vorige jaar geen uitverkoop heeft gehouden op grond van de stopzetting van een onderneming of van het verhuizen van de onderneming naar een andere plaats.

 

Bevindt een ondernemer zich in één van de negen voormelde situaties, dan wordt het sedert de invoering van de nieuwe wet voor hem wel een stuk eenvoudiger om de uitverkoop te starten.

Onder de oude regeling kon een uitverkoop pas van start gaan na eerst de minister van Economische Zaken of een door hem aangewezen ambtenaar ( de economische inspectie) bij aangetekend schrijven op de hoogte te brengen van de wens om over te gaan tot een uitverkoop. Deze kennisgeving moest gebeuren minstens 10 dagen voor de start van de uitverkoop en vóór iedere aankondiging hierover. In dit schrijven moest aangetoond dat men zich bevond in één van de bij wet omschreven situaties en moest de startdatum van de uitverkoop bepaald zijn.

Voormelde regeling werd geschrapt uit de wet en een ondernemer kan een uitverkoop starten van zodra hij zich bevindt in één van de voormelde situaties omschreven in de wet en hiervan de nodige bewijsstukken kunnen worden voorgelegd. In alle publicaties over de uitverkoop moet wel de begindatum uitdrukkelijk worden vermeld.

Een tweede belangrijke wijziging betreft de sectoren van de kleding, de lederwaren en de schoenen. Voor de vermelde sectoren was het vóór de wetswijziging bij een uitverkoop niet mogelijk om tijdens de sperperiode prijsverminderingen aan te kondigen op basis van een algemeen verbod. In de nieuwe wet is nu uitdrukkelijk bepaald dat dit verbod niet geldt bij een uitverkoop in de sectoren van de kleding, de lederwaren en de schoenen.

Voor het overige blijven de andere regels betreffende uitverkoop, die hierna kort worden opgesomd, onverminderd gelden.

  • Een uitverkoop mag maximaal 5 maand duren met ingang van de startdatum vermeld op alle publicaties betreffende de uitverkoop. Deze termijn kan tot 12 maand worden verlengd wanneer een natuurlijk persoon die een onderneming uitbaat verzaakt aan elke beroepsactiviteit.
  • De uitverkoop moet plaatsvinden in de verkooppunten waar de onderneming gewoonlijk haar goederen verkocht. Hiervan kan worden afgeweken bij een uitverkoop in uitvoering van een rechterlijke beslissing of bij een ramp waar een belangrijk gedeelte van de voorraad van de onderneming werd beschadigd.
  • Los van de uitzonderingen bepaald in de wet, kan steeds een afwijking worden aangevraagd bij de bevoegde administratie.
  • Bij een uitverkoop mogen enkel goederen worden verkocht die voor het begin van de uitverkoop deel uitmaakten van de voorraad van de onderneming.
  • Indien een onderneming verscheidene verkoopinrichtingen uitbaat, mogen zonder de toestemming van de bevoegde administratie geen goederen worden overgebracht van een inrichting naar de plaats waar de uitverkoop plaatsvindt.
  • Behalve bij een uitverkoop die plaats heeft in uitvoering van een rechterlijke beslissing, moet de prijs van alle goederen die in de uitverkoop worden aangeboden, lager zijn dan de referentieprijs. De referentieprijs is de laagste prijs die gevraagd werd in de loop van de maand die de startdatum van de uitverkoop voorafgaat.