Vanaf 1/1/2016 worden ALLE bestuurdersvennootschappen BTW plichtig
De rechtspersonen die als bestuurder, zaakvoerder of vereffenaar van een vennootschap optreden zijn in principe BTW-belastingplichtig. Echter, om praktische redenen eist de administratie hun BTW-identificatie niet, wat hen toelaat hun handelingen niet aan de BTW te onderwerpen. De rechtspersoon had dus hierin de keuze.
Ingevolge een advies van de Europese Commissie, heeft de administratie beslist zich, met ingang van 01/01/2016, te beperken tot de toepassing van de gewone BTW-regels. Dit heeft tot gevolg dat alle rechtspersonen die als bestuurder, zaakvoerder of vereffenaar van een vennootschap optreden, zich als BTW-belastingplichtige zullen moeten laten identificeren, en dit zonder keuzemogelijkheid.
De BTW zal aldus opeisbaar zijn voor alle diensten verricht vanaf 01/01/2016, behoudens en in de mate dat de vergoeding ontvangen werd in 2015. In laatstgenoemd geval ontsnapt de vergoeding (of het gedeelte ervan) aan de heffing van de BTW.
In het bijzonder voor tantièmes geldt als tijdstip van opeisbaarheid van de belasting de datum waarop de jaarlijkse algemene vergadering van de betrokken vennootschap de beslissing tot uitkering van tantièmes neemt, en dit ongeacht de datum waarop het boekjaar wordt afgesloten. Wanneer de algemene vergadering plaatsvindt in 2016 zal de BTW bijgevolg in ieder geval verschuldigd zijn.
Deze administratieve beslissing heeft zeker zijn impact op vennootschappen die bestuurders-bezoldigingen toekennen (aan andere rechtspersonen), maar zelf op het vlak van BTW niet van het recht van aftrek kunnen genieten. Deze vennootschappen zullen immers vanaf 01/01/2016 een factuur ontvangen met 21% BTW, maar kunnen deze in principe niet recuperen via de BTW-aangifte.
Deze beslissing blijft zonder gevolg voor de natuurlijke personen die als bestuurder, zaakvoerder of vereffenaar van een vennootschap optreden. Deze personen worden nog steeds als niet-btw-belastingplichtig aangemerkt.