Tax shelter voor erkende audiovisuele werken: nieuwe regeling sinds 01.01.2015

Boekhouding & fiscaliteit

Sinds 2002 bestaat in België een tax shelter-wetgeving voor de audiovisuele sector. Deze regeling combineert investeringen in de audiovisuele sector (filmproducties en aanverwante realisaties) met een fiscale vrijstelling in de vennootschapsbelasting voor de investeerder. Deze maatregel heeft de voorbije jaren een groot succes gekend, en heeft aanzienlijk bijgedragen tot de groei van de audiovisuele sector in ons land.

 

Oude wetgeving

In het oude systeem, dat van kracht was voor investeringen tot en met 31.12.14, stond de investeerder een lening toe en verkreeg hij rechten op de film. Hoe succesvoller de film, des te groter was in principe het rendement voor de investeerder. Dit leidde tot een aantal misbruiken, waarbij door de aanbieders op de markt steeds hogere rendementen werden beloofd om investeerders aan te trekken. Dit had dan weer negatieve gevolgen voor de filmproducties. Het is de belangrijkste reden waarom de wetgeving moest worden aangepast.

 

Nieuwe wetgeving

Krachtens de nieuwe wetgeving, die geldt voor investeringen (“raamovereenkomsten”) vanaf 01.01.2015, verwerft de investeerder (een Belgische vennootschap of Belgische vestiging van een buitenlandse vennootschap) geen rechten meer op de audiovisuele productie. Hij staat ook geen lening meer toe. De investeerder verwerft, dank zij de gedane investering, een fiscaal voordeel.  Dat bedraagt voorlopig 310% van het geïnvesteerde en betaalde bedrag. 

Technisch gebeurt deze fiscale vrijstelling identiek als in het oude systeem, met name door de boeking van een belastingvrije reserve.

De beperking, per belastbaar tijdperk, is eveneens dezelfde als in de vroeger reeds bestaande wetgeving: maximum de helft van de totale belastbare gereserveerde winst voor aanleg van de belastingvrije reserve voor tax shelter, met een maximum van € 750.000,00.

“Tax shelter attest” - verzekering

Tevens (en dat is nieuw) wordt de fiscale vrijstelling beperkt tot 150% van de fiscale waarde van het “tax shelter attest”. Dit tax shelter attest wordt pas later uitgereikt door de productiefirma, wanneer alle productie-uitgaven bekend zijn. Pas na verkrijging, door de investeerder, van het “tax shelter attest” wordt zijn fiscale vrijstelling definitief. 

De fiscale waarde van het “tax shelter attest” wordt begrensd door een aantal parameters: maximum 70% van de rechtstreekse en onrechtstreekse productiekosten, waarvan 90% (90% van die 70%, dus 63%) verplicht Belgische uitgaven, die voor minimum 70% rechtstreeks moeten zijn verbonden met de productie. Indien deze parameters niet worden gehaald zal de fiscale waarde van het “tax shelter attest” proportioneel dalen, en zal de voorlopige fiscale vrijstelling gedeeltelijk moeten worden teruggenomen. De wetgeving voorziet evenwel in de mogelijkheid dat de filmproducent een verzekering aanbiedt tegen het risico van onvoldoende fiscale waarde voor het “tax shelter attest”, zodat de investeerder op dat punt zekerheid heeft.

Intresten

Voor de periode tussen de betaling aan de producent-emittent, op grond van een raamovereenkomst, en het ogenblik waarop het “tax shelter attest” door de producent wordt afgeleverd, met een maximum van 18 maanden, kan de producent aan de investeerder een intrest betalen. Deze intrest moet beperkt blijven tot “de Euribor op 12 maanden + 450 basispunten”.

Controle

Tal van maatregelen moeten misbruiken tegengaan: erkenning van producenten en emittenten door de overheid, verplichte goedkeuring prospectus door FSMA, voorlegging raamovereenkomsten aan FOD Financiën binnen de maand na ondertekening, …

Voorbeeld  (in euro)

Geïnvesteerd bedrag volgens raamovereenkomst: 100.000

Voorlopige vrijstelling: 100.000 x 310% = 310.000 (onder voorbehoud van voldoende winstreservering door de investerende vennootschap)

Belastingbesparing: 310.000 x 33,99% = 105.369

Voorlopig rendement: 5,37%

Definitief rendement: 5,37%, op voorwaarde dat een “tax shelter attest” wordt uitgereikt van minimum 206.666,67  (want 206.666,67 x 150% beperking = 310.000)

In de praktijk zal de producent-emittent ook in een intrestvergoeding voorzien.

In de hypothese van een intrest van 4% geeft dit het volgende bijkomend financieel rendement :

100.000 x 4% x 18 maanden x 66,01% (correctie vennootschapsbelasting) = 3.960,60.

 

Evaluatie

Deze nieuwe regeling heeft als eerste voordeel dat het aanbod voor de investeerder doorzichtiger is. Er moet geen afweging gebeuren tussen een opbod van rendementen.

Een tweede voordeel is dat de geïnvesteerde middelen veel beperkter zijn dan voorheen. Het rendement zit nu in de vlugge fiscale vrijstelling. Vroeger moest men wachten op de terugbetaling van de toegestane lening, en op de winstgevendheid van de filmproductie, waarbij minstens deze laatste factor voor grote onzekerheid zorgde.

De nieuwe tax shelter kan nog steeds een rendabele belegging zijn, indien zij wordt aangegaan met een betrouwbare partner, en wanneer in een goede intrestvergoeding wordt voorzien.