Nieuwe tolerantie voor het vormen van een btw–eenheid
Vanaf 1 juni 2016 moet na herhaaldelijk uitstel verplicht btw worden aangerekend op bestuurdersmandaten uitgeoefend door rechtspersonen. Er moet echter geen btw aangerekend worden wanneer het mandaat wordt uitgeoefend door natuurlijke personen, ondernemingen onderworpen aan de vrijstellingsregeling “kleine onderneming” of wanneer het systeem van de btw–eenheid wordt toegepast (zie vorig nieuwsbericht).
Samen met de administratieve beslissing betreffende de btw op bestuurdersmandaten uitgeoefend door rechtspersonen werd een nieuwe tolerantie ingevoerd bij het vormen van een btw–eenheid.
Basisregel btw-eenheid
Als basisregel van een btw–eenheid geldt dat er tussen de leden een voldoende financiële, organisatorische en economische verbondenheid moet kunnen worden aangetoond. Daarbij moet op zijn minst 1 aandeelhouder, al dan niet lid van de eenheid, minstens 10% van de maatschappelijke rechten van de andere leden rechtstreeks of onrechtstreeks bezitten.
Kruisparticipatie bij onvoldoende financiële verbondenheid
In onderstaand geval hebben de bestuurdersvennootschappen A en B elk 10% van de maatschappelijke rechten van de exploitatievennootschap C in hun bezit. Aangezien zowel bestuurdersvennootschap A of B geen 10% van de maatschappelijke rechten in alle leden heeft, namelijk A 10% in zowel B en C of B 10% in zowel A en C, zou hier met een kruisparticipatie van minstens 10% tussen A en B moeten worden gewerkt om te voldoen aan de voorwaarde van financiële verbondenheid.
Tolerantie
In bovenstaand geval waarin een exploitatievennootschap een btw–eenheid wenst te vormen met meerdere bestuurdersvennootschappen die geen financiële participatie in elkaar bezitten, heeft de administratie een tolerantie in het leven geroepen waarbij de vennootschappen A, B en C toch een btw–eenheid kunnen vormen zonder over te gaan tot kruisparticipaties.
De tolerantie kan worden toegepast wanneer voldaan is aan de volgende voorwaarden:
- De bestuurdersvennootschappen zijn zowel aandeelhouders als bestuurder of zaakvoerder van de exploitatievennootschap;
- De bestuurdersvennootschappen moeten samen rechtstreeks meer dan 50% van de stemrechten verbonden aan de maatschappelijke rechten van de exploitatievennootschap in hun bezit hebben;
- Er moet een overeenkomst tussen de bestuurdersvennootschappen bestaan waaruit blijkt dat deze zich verbinden om elke beslissing inzake de oriëntatie van het beleid van de exploitatievennootschap samen in unanimiteit te nemen.
Aandachtspunt
Wanneer de bestuurdersvergoeding uitgaat van een niet–belastingplichtige rechtspersoon die tot op heden nog niet voor btw doeleinden werd geïdentificeerd en zich niet in de mogelijkheid bevindt om hieraan te ontsnappen, dan moet deze rechtspersoon zich zo snel mogelijk laten registreren om een btw–identificatienummer te verkrijgen. De rechtspersoon zal dan ook periodieke btw–aangiften moeten indienen.