Investeringsaftrek en afstand van gebruik aan derden

Algemeen

De investeringsaftrek is een bedrag dat van de belastbare basis van de onderneming kan afgetrokken worden. De gewone eenmalige investeringsaftrek bedraagt 20% op investeringen gedaan tussen 1 januari 2018 tot 31 december 2019. Aangezien het tarief van de investeringsaftrek vanaf 2020 voorlopig naar 8% wordt herleid, kan het fiscaal interessant zijn om investeringsplannen naar voor te schuiven. Grote ondernemingen kunnen niet van de gewone eenmalige investeringsaftrek genieten; deze is voorbehouden voor de KMO’s.



Voorwaarden



De investeringsaftrek kan enkel toegepast worden op

  • afschrijfbare materiële of immateriële vaste activa die over minstens 3 belastbare tijdperken worden afgeschreven en
  • die tijdens het jaar of boekjaar
  • in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht en
  • in België worden gebruikt voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid. Activa die niet uitsluitend voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt kunnen niet genieten van de investeringsaftrek.

 

Bepaalde activa worden expliciet van de investeringsaftrek uitgesloten:

  • personenwagens en auto’s voor dubbel gebruik
  • bij de aankoopprijs bijkomende kosten en onrechtstreekse productiekosten wanneer deze niet samen met het betrokken actiefbestanddeel worden afgeschreven
  • investeringen tot stand gebracht door forfaitaire belastingplichtigen
  • activa die zijn verkregen of tot stand gebracht met het doel om het recht van gebruik bij leasingcontract, bij erfpacht of bij opstal of bij een soortgelijk contract aan een derde over te dragen
  • activa waarvan het recht van gebruik op een andere manier dan zoals hierboven vermeld aan een derde is overgedragen



Speciaal geval: afstand van gebruik aan derden



Zoals hierboven vermeld kan geen investeringsaftrek toegepast worden op een actiefbestanddeel waarvan het recht van gebruik aan een derde is overgedragen op een andere manier dan bij leasingcontract, erfpacht, opstal of soortgelijk contract. Als voorbeeld geldt de verhuur van een gebouw aan een andere belastingplichtige die het gebruik van het gebouw krijgt.



Als uitzondering op deze uitzondering geldt dat de investeringsaftrek wel van toepassing is wanneer het gebruik is afgestaan aan een natuurlijke persoon of vennootschap die op haar beurt wel in aanmerking van de investeringsaftrek zou gekomen zijn indien zij zelf de investering had gedaan.



Hieruit volgt dat een KMO die een gebouw opricht om te verhuren aan een andere KMO die het gebouw louter voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid gebruikt alsnog van de investeringsaftrek zal kunnen genieten.



Doordat de investeringsaftrek in 2019 nog 20% bedraagt doet u er goed aan om te onderzoeken of uw onderneming de investeringsaftrek al dan niet kan toepassen op activa waarvan het gebruik aan derden werd afgestaan. De toepassing van de investeringsaftrek kan immers een mooie belastingbesparing opleveren.



Uw dossierbeheerder kan u hier steeds in bijstaan.