Impact nieuw WVV op boekhouding
Inleiding
Het moge ondertussen geen geheim meer zijn dat het nieuwe wetboek vennootschappen en verenigingen in mei 2019 het levenslicht heeft gezien. Ondertussen bevinden we ons in een overgangsperiode waar zowel de oude als de nieuwe wetgeving naast elkaar bestaan.
Niettemin de overgangsperiode loopt tot 31/12/2023, zijn er al heel wat bepalingen uit de nieuwe wetgeving (wat men noemt de “dwingende bepalingen”) die verplicht moeten worden toegepast vanaf 01/01/2020 ongeacht of U de statuten van uw vennootschap reeds hebt laten wijzigen voor de Notaris of niet.
In wat volgt bekijken we wat de impact van de nieuwe wetgeving is op de boekhouding die ondernemingen moeten voeren. We kunnen nu reeds stellen dat die impact vrij beperkt is.
Van BVBA naar BV
Eén van de belangrijkste nieuwigheden in het nieuwe wetboek is het verdwijnen van het kapitaalbegrip. De meeste vennootschapsvormen hebben geen maatschappelijk kapitaal meer. Dit brengt met zich mee dat ook de begrippen “niet opgevraagd kapitaal” en “wettelijk minimumkapitaal” verdwijnen. De meeste vennootschappen moeten dus een overgang maken van kapitaalvennootschap naar een kapitaalloze vennootschap.
Enkel de volgende vennootschapsvormen blijven bestaan in de nieuwe wetgeving :
- Maatschap
- VOF, CommV
- BV
- CV
- NV
De NV is de enige vorm waarbij het kapitaal wel blijft bestaan. Hier kunnen we dan ook zeer kort zijn over de impact op de boekhouding. Er verandert voor een NV namelijk helemaal niets. Zij kan haar boekhouding gewoon verder blijven voeren.
Naast de NV zal de BV ofwel de vroegere BVBA de meest voorkomende omvorming zijn waarmee we te maken krijgen. We gaan dan ook vooral hier dieper op in.
In een BV moeten er wel aanpassingen gebeuren aan de boekhouding. Niettemin blijven die ook hier gering.
Nieuwe rekeningen in het Algemeen Rekeningenstelsel
Aangezien een BV geen kapitaal meer heeft, kunnen we ook niet meer spreken over het geplaatst kapitaal en het niet-opgevraagd kapitaal. Deze werden weergegeven in de balans mits boeking op volgende rekeningen :
- 100.000 Geplaatst kapitaal
- 101.000 Niet opgevraagd kapitaal
Deze rekeningen blijven bestaan in de MAR want de NV behoudt zijn kapitaal zoals reeds omschreven in punt 2. De NV’s moeten deze rekeningen dus blijven gebruiken.
Voor de BV werden enkele nieuwe rekeningen toegevoegd aan het rekeningenstelsel :
11 Inbreng buiten kapitaal
110 Beschikbare inbreng buiten kapitaal
1100 Uitgiftepremies
1109 Andere
111 Onbeschikbare inbreng buiten kapitaal
11106 Uitgiftepremies
1119 Andere
Rubriek 11 is niet nieuw. Voorheen werd deze exclusief gebruikt voor het boeken van de uitgiftepremies. Dit gebruik blijft bestaan aangezien de uitgiftepremies nog steeds kunnen tegenkomen in een NV. Daarom heeft rubriek 11 de nieuwe naam inbreng buiten kapitaal gekregen waarbij de term inbreng nu dient gebruikt te worden in plaats van kapitaal. De rubriek werd verder onderverdeeld door het toevoegen van rekeningen voor zowel beschikbare inbrengen als onbeschikbare inbrengen die geen uitgiftepremie zijn.
Iedere vennootschap die werd en wordt opgericht na mei 2019, moet onmiddellijk de nieuwe wetgeving toepassen. Zij moeten dan ook van bij het begin deze nieuwe rekeningen gebruiken (voor zover de nieuw opgerichte vennootschap geen NV is). Idem voor de bestaande vennootschappen die een opt in hebben gedaan en dus reeds voor 01/01/2020 de overgang naar de nieuwe wetgeving hebben gemaakt.
De bestaande vennootschappen die geen NV zijn, moeten deze nieuwe rekeningen eveneens implementeren vanaf 01/01/2020 in hun boekhouding aangezien het verdwijnen van het kapitaal een dwingende bepaling is. Daartoe moeten er éénmalig enkele boekingen gebeuren waarbij men bepaalde bedragen overboekt van de oude rekeningen naar de nieuwe rekeningen. Dit moet zichtbaar zijn in de boekhouding voor alle boekjaren met afsluitdatum vanaf 01/01/2020. Dit inmpliceert ook dat de boekjaren met afsluitdatum 31/12/2019 de laatste zijn die nog gebruik moeten maken van de oude rekeningen.
Boekingen
Omvorming kapitaal
Het vroegere kapitaal wordt omgevormd in een onbeschikbare inbreng. Het onbeschikbaar karakter is verplicht maar U kan dit alsnog omvormen in een beschikbare inbreng via een statutenwijziging waarbij de statuten worden omgevormd naar het nieuwe wetboek.
100 |
Geplaatst kapitaal |
XXX |
|
||
111901 |
Niet-opgevraagde andere onbeschikbare inbreng buiten kapitaal |
XXX |
|
||
|
aan |
1119 |
Andere onbeschikbare inbreng buiten kapitaal |
|
XXX |
|
|
101 |
Niet-opgevraagd kapitaal |
|
XXX |
Omvorming wettelijke reserve
De wettelijke reserve was een verplicht aan te leggen reserve waarbij er elk boekjaar 5% van de winst werd toegekend aan deze reserve tot je een bedrag bekomen had van minimaal 10% van het geplaatste kapitaal. Aangezien het kapitaal verdwijnt en aangezien er ook geen minimumkapitaal of inbreng meer is, verliest de wettelijke reserve zijn betekenis. Daarom wordt deze geherkwalificeerd als een onbeschikbare reserve. Het onbeschikbaar karaker is hierbij verplicht maar U kan deze alsnog beschikbaar maken wanneer de statuten worden aangepast aan het nieuwe wetboek.
130 |
Wettelijke reserves |
XXX |
|
||
|
aan |
1311 |
Statutair onbeschikbare reserves |
|
XXX |
Opvraging niet-gestorte inbreng
410 |
Opgevraagd, niet gestort kapitaal of inbreng |
XXX |
|
||
|
aan |
11901 |
Niet-opgevraagde andere onbeschikbare inbreng buiten kapitaal |
|
XXX |
Conclusie
We kunnen dus opnieuw besluiten dat de impact op de boekhouding zeer beperkt is. Naast de introductie van de nieuwe terminologie inzake de overgang van een kapitaalvennootschap naar een kapitaalloze vennootschap, wijzigt er eigenlijk niets.
Het gevaar kan hem schuilen in het feit dat de kapitaalrekeningen relatief weinig worden gebruikt. Bij veel vennootschappen blijft deze rekening jaren na elkaar gelijk waardoor er doorgaans bij het afsluiten van boekjaar minder aandacht wordt aan besteed. In deze periode, waarbij de afsluitingen 30/06/2020 stilaan op gang komen, moeten we hier wel bij stilstaan en éénmalig deze extra boeking doen.