Het Vlaams Beschermingsmechanisme 5
Verlennging van de indieningsperiode van de aanvragen tot 30 april 2021.
Wie heeft recht op deze premie?
Hierbij wijzen we nog eens op het feit dat deze premie enkel bedoeld is voor ondernemingen die in het Vlaamse Gewest gelegen zijn. De premie is afkomstig van Vlaio dus van de Vlaamse Regering. Deze premie kan je aanvragen in de periode 15/03/2021 – 15/04/2021.
De referentieperiode is deze keer 01/02/2021 – 28/02/2021. Volgende ondernemingen komen in aanmerking :
- Ondernemingen die verplicht gesloten zijn in de periode 01/02/2021 – 28/02/2021.
- Ondernemingen die verplicht gesloten zijn in de periode 01/02/2021 – 07/02/2021 OF 01/02/2021 – 15/02/2021.
- Ondernemingen die mochten open blijven maar die door de maatregelen geconfronteerd worden met een daling in omzet van 60% in de maand februari 2021 ten opzichte van de behaalde omzet in bovenstaande referentieperiode. Zij moeten ook kunnen aantonen dat de daling in omzet te wijten is aan de maatregelen die getroffen werden in de strijd tegen de Covid19-pandemie.
Daarnaast speelt ook het sociaal statuut van de onderneming een rol. Volgende komen in aanmerking :
- Zelfstandigen in hoofdberoep.
- Zelfstandigen in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen heeft van minstens 13.993,78 €.
- Zelfstandigen in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen heeft tussen 6.996,89 € en 13.993,78 € en als loontrekkende minder dan 4/5e werkt (zij kunnen de helft van de premie krijgen).
- Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die minstens één werkend vennoot of één personeelslid (voltijds equivalent) hebben.
- Buitenlandse ondernemingen met een vergelijkbaar statuut in België met minstens 1 werkend vennoot of 1 (voltijds equivalent) personeelslid.
- Verenigingen met een economische activiteit die minstens één (voltijds equivalent) personeelslid hebben.
Daarnaast zijn een aantal ondernemingen ook zonder meer uitgesloten :
- Holdingvennootschappen
- Patrimoniumvennootschappen
- Managementvennootschappen
- Ondernemingen waarvan de bestuurder ook verbonden is aan andere ondernemingen als bestuurder of vennoot die op hun de premie ontvangen hebben
- Ondernemingen die een achterstallige schuld hebben bij Vlaio bestaande uit ten onrechte ontvangen premies die worden teruggevorderd
- Ondernemingen die op 01/01/2021 nog niet ingeschreven waren in de KBO
- Middelgrote en grote ondernemingen die per 31/12/2019 in moeilijkheden verkeerden
- Kleine ondernemingen die per 31/12/2019 in moeilijkheden verkeerden en in 2020 in WCO zitten
- Kredietinstellingen en financiële instelling onder toezicht van de Nationale Bank
Tot slot wijzen we ook op de uitzondering inzake referentieperiode. De referentieperiode ligt vast op de periode 01/02/2021 – 28/02/2021. Je kan hiervan afwijken indien je in deze periode een abnormaal lage omzet hebt gerealiseerd (bv door ziekte,…). Dan mag je een andere, even lange periode nemen als referentie.
Bijzondere aandacht voor de horecasector
Net zoals voor de vorige edities van deze steunmaatregel is het toegestaan dat café’s en restaurants take away maaltijden aanbieden. De omzet die zij hieruit halen telt niet mee in de aftoetsing van de voorwaarden. Indien het restaurant echter ook reeds take away maaltijden verkocht in de referentieperiode, en dit maakte meer uit dan 50% van de totaalomzet, dan moeten zij ook de daling van 60% kunnen aantonen.
Hier gaat het om onderneming met één of meerdere van volgende Nace-codes in de KBO :
- 56101 – Eetgelegenheden met volledige bediening
- 56102 – Eetgelegenheden met beperkte bediening
- 56301 – Cafés en bars
Hoe hoog is de premie?
Net zoals de vorige edities, bedraagt de premie 10% van de omzet behaald in de referentieperiode. Er zijn opnieuw maxima voorzien op basis van het aantal werknemers in de onderneming :
- 7.500,00 € : ondernemingen met maximaal 9 werknemers;
- 15.000,00 € : ondernemingen met minimaal 10 en maximaal 49 werknemers;
- 40.000,00 € : ondernemingen met minimaal 50 werknemers.
Er is ook een minimum premie voorzien van 600,00 €.
Ondernemingen kunnen ook zowel activiteiten hebben die ze verplicht moeten stopzetten als activiteiten die ze mogen verder zetten. Om de premie te krijgen is vereist dat de stopgezette activiteit de hoofdactiviteit is (zijnde de activiteit die minstens 50% van de omzet genereert).
Ondernemingen die niet moeten sluiten, moeten wel verplicht open zijn om recht te hebben op de premie. Wie vrijwillig sluit, kan dus geen premie krijgen. Uitzondering wordt gemaakt voor sluiting omwille van jaarlijks verlof.