Financiering voor ondernemers: KMO-cofinanciering
Ondernemingen die een nieuwe richting willen inslaan, een zaak willen overnemen of gewoon hun bedrijfskapitaal verder willen financieren, vinden hiervoor vaak niet de nodige middelen. Daarbij zijn de gewone investerings- of kaskredieten soms niet de ideale oplossing.
In die optiek kan PMV (Participatie Maatschappij Vlaanderen) via bijvoorbeeld de KMO-cofinanciering een interessante oplossing bieden om aan de financieringsbehoefte van ondernemers tegemoet te komen.
Wie komt in aanmerking
De KMO-cofinanciering is bedoeld voor alle ondernemers, zowel natuurlijke als rechtspersonen, die voldoen aan de Europese KMO-definitie en die bovendien in het Vlaams Gewest wonen of daar hun maatschappelijke zetel hebben. Indien de woonplaats of de maatschappelijke zetel niet in het Vlaams Gewest ligt, maar wanneer u wel in het Vlaams Gewest investeert, dan komt u ook in aanmerking.
Uw onderneming is een Europese KMO wanneer ze minder dan 250 werknemers tewerkstelt en een jaaromzet heeft van minder dan € 50 miljoen of een balanstotaal van minder dan 43 miljoen. Wanneer deze criteria gedurende twee opeenvolgende boekjaren worden overschreden, is de onderneming een grote onderneming en kan uw onderneming niet langer van deze regeling genieten. Indien uw onderneming nog als KMO wordt geclassificeerd, maar u heeft inmiddels meer dan 250 VTE in dienst, dan bent u alsnog van deze regeling uitgesloten.
Materiële, immateriële en financiële investeringen
Net zoals de startlening+, kan de kmo-cofinanciering gebruikt worden voor de financiering van materiële, immateriële en financiële investeringen. De financiering van de behoefte aan bedrijfskapitaal komt eveneens in aanmerking.
De lening kan niet gebruikt worden voor de herfinanciering van leningen of betaling van andere al dan niet achterstallige schulden van ouder dan 3 maanden. Voor investeringen in onroerende goederen kan enkel het beroepsgedeelte van het onroerend goed gefinancierd worden.
Leningaanvragen voor de volgende activiteiten komen net zoals bij de startlening+ nooit in aanmerking van de KMO-cofinanciering:
- Transportsector: leningen voor de financiering van rollend materieel bestemd voor goederenvervoer voor rekening van derden (financiering van een autobus, ambulance of taxi is wel toegelaten)
- Landbouwactiviteiten
- Aanvragen gericht op export
- Tradingactiviteiten
Verschillend van de starlening+ kan de KMO-cofinanciering gebruikt worden om de overname van een (deel van een) handelsfonds of de overname van de aandelen van een bestaande vennootschap te financieren. Bij de overname van aandelen is wel vereist dat u de meerderheid van de aandelen overneemt, waarbij u als overnemer het dagelijks beheer moet uitoefenen. De terugbetalingscapaciteit moet daarbij op het einde van het 2e jaar aangetoond worden. Indien de KMO-cofinanciering wordt aangegaan met behulp van business angels, waarvan er minstens 1 lid is van Ban Vlaanderen, dan moet dit pas op het einde van het 3e jaar aangetoond worden.
Investeringen voor Onderzoek en Ontwikkeling komen slechts in aanmerking op voorwaarde dat de onderneming een gezonde financiële structuur bezit en een goede rendabiliteit kan voorleggen.
Lening
De KMO-cofinanciering betreft een achtergestelde lening ten belope van maximaal 50% van de financieringsbehoefte, beperkt tot 4 maal de eigen inbreng en beperkt tot € 350.000 en de helft van de financieringsbehoefte, op een looptijd van 3 tot 10 jaar. De eigen inbreng moet minstens 10% van de globale investering bedragen. Daarbij komt zowel een winwinlening als een achtergestelde lening onder bepaalde voorwaarden ook in aanmerking als eigen inbreng. De intrestvoet is gelijk aan de IRS-intrestvoet verhoogd met 0,53% en met een minimum van 3%.
De KMO-cofinanciering betreft een hybride financieringsvorm, waarbij verschillende partijen samen de totale financieringsbehoefte financieren. Het maximumbedrag van de financiering door PMV bedraagt 50% van de totale financieringsbehoefte, waarbij de financiering van de cofinancier (bank, investeringsfonds, business angel, …) minstens 20% van de totale financieringsbehoefte moet bedragen.
Cijfervoorbeeld:
De totale financieringsbehoefte bedraagt 200.000. De eigen inbrengt bedraagt minstens 10%, zijnde 20.000. De cofinancier moet minstens 20% van de behoefte aanbrengen of 40.000, waarbij de KMO-cofinanciering maximaal 50% van de financieringsbehoefte bedraagt, beperkt tot € 350.000,00 en 4 maal de eigen inbreng. In dit geval bedraagt de KMO-cofinanciering 80.000, zijnde 4 maal de eigen inbreng. Bijgevolg moet er nog een aanvullende financiering van 60.000 gezocht worden:
De KMO-cofinanciering wordt a.d.h.v. maandelijkse aflossingen terugbetaald, waarbij er mits gemotiveerde aanvraag kan geopteerd worden om terugbetalingen van het kapitaal tot 2 jaar uit te stellen.
De lening heeft een achtergesteld karakter, waardoor deze als een uitbreiding van het eigen vermogen wordt gezien. Daardoor is het makkelijker om een bijkomende bankfinanciering te bekomen. Per individueel geval zal PMV de nood aan eventuele waarborgen beoordelen.
Cumulatie met startlening+
De KMO-cofinanciering kan steeds gecumuleerd worden met de startlening+. De som van beide leningen samen mag in geen geval hoger zijn dan € 350.000.
Conclusie
In elk geval kan de KMO-cofinanciering van PMV een interessante (bijkomende) financieringsvorm voor uw onderneming betekenen. Deze kan ook de opstap zijn naar bijkomende bankfinancieringen aan meer gunstige tarieven en voorwaarden. De mogelijkheid om deze financieringsvorm eveneens te gebruiken voor de overname van een handelsfonds of aandelen van een bestaande onderneming, samen met de mogelijke cumulatie met de startlening+, kan hier ook een grote meerwaarde voor uw onderneming bieden.