De fairness tax: niet enkel voor multinationals
Een nieuwe vennootschapsbelasting heeft met ingang van aanslagjaar 2014 haar intrede gedaan : de “fairness tax”.
De fairness tax heeft officieel tot doel de winst te belasten die in “grote vennootschappen” wordt uitgekeerd als dividend, wanneer die geen belastingheffing heeft ondergaan als gevolg van fiscale aftrekken (aftrek voor risicokapitaal, vorige verliezen). Deze vennootschapsbelasting wordt geheven aan het afzonderlijk tarief van 5,15%. Ze is niet aftrekbaar als beroepskost en is onderworpen aan het stelsel der voorafbetalingen.
Maar in de praktijk heeft deze nieuwe belasting toch een ruimer draagvlak.
Het begrip “grote vennootschap” heeft in België namelijk een zeer ruime toepassing. Immers, indien een vennootschap deel uitmaakt van een groep, moeten de KMO-criteria worden berekend op geconsolideerde basis. Een KMO gaat dan fiscaal al vlug worden beschouwd als een “grote vennootschap”.
Pro memorie, de criteria voor het onderscheid tussen KMO en “grote vennootschap” hebben betrekking op het balanstotaal (€ 3.650.000), de omzet (€ 7.300.000) en personeelsbestand (50 / 100). Niet direct cijfers die verwijzen naar multinationals.
Het zou ons te ver leiden om de ingewikkelde berekening van de fairness tax binnen het bestek van deze korte bijdrage uit de doeken te doen. Maar één zaak is wel duidelijk : bij het bepalen van een dividendenpolitiek zal men voortaan een afweging moeten doen tussen het voordeel van de aftrek voor risicokapitaal en de eventuele sanctie, op lange termijn, van de fairness tax.